29 juni 2015

Raadsvergadering over koopzondag

‘Moet Ede een koopzondag krijgen?’ vroeg de gemeenteraad op 10 juni aan de inwoners van de gemeente Ede. Op donderdagavond 25 juli jongstleden heeft de gemeenteraad die vraag opnieuw gesteld, maar nu aan zichzelf.

Omdat de uitslag van het referendum niet doorslaggevend is, gaf elke raadsfractie in deze vergadering zijn eigen draai aan de uitslag. Er tekende zich een duidelijke scheidslijn af tussen confessioneel en niet-confessioneel. Hieronder volgt allereerst een samenvatting van het betoog van de SGP, vervolgens een kort overzicht van de visie van andere partijen en tot slot een korte vooruitblik.

Bijdrage SGP: gedenkt den sabbatdag!

Als eerste sprak Breunis van de Weerd namens de SGP. Hij begon met het uiteenzetten van de SGP-visie op de zondagsrust. Daarbij citeerde hij het vierde gebod uit de wet des Heeren: ‘Gedenkt den sabbatdag, dag gij dien heiligt. Zes dagen zult gij arbeiden en al uw werk doen. Maar de zevende dag is de sabbat des HEEREN uws Gods; dan zult gij geen werk doen. Enz…’

Van de Weerd: ‘God gunt iedereen die rust, het hele gezin, alle personeelsleden, hen die te gast zijn en zelfs de dieren mogen er in delen.’ Ook legde hij uit waarom wij de eerste dag als rustdag vieren: ‘Jezus Christus is op de eerste dag van de week opgestaan.’ Kortom, ‘de zondag is dus geen bedenksel van een mens, maar een gebod of inzetting die rechtstreeks door God zelf aan ons opgedragen is. Als SGP maken we onderdeel uit van de maatschappij en willen we ook dit gebod proberen vorm te geven.’

Vervolgens besprak Van de Weerd verschillende onderzoeken. Een enquête onder winkeliers gaf een gemengd beeld. Van het winkelpersoneel bleek 71% tegen. Twee onderzoeken van de CHE (zie de artikelen van Gerrit Jansen in dit en in het vorige nummer), wezen erop dat de koopzondag geen goud oplevert. Ten slotte wees het referendum uit dat 57% van de Edenaren tegen de koopzondag is. Opmerkelijk is ook dat bij stembureau Cultura, hartje Ede centrum, een meerderheid tegen de koopzondag was.

Al deze resultaten kunnen maar tot één conclusie leiden: ‘Een ruime meerderheid is op de koopzondag tegen. (…) Er hoeft niets te veranderen, en daarmee kan de discussie vanavond afgerond worden.’

Van de Weerd weerlegde vervolgens het argument dat mensen ‘willen winkelen wanneer dat het beste bij mij past.’ Van de Weerd: ‘Dit leidt ertoe dat anderen maar moeten opdraven, en is dus erg ik-gericht.’

Tot slot maakte Van de Weerd zich zorgen over de polariserende werking, die van het debat over de koopzondag is uitgegaan. Onder winkeliers is angst om zich vrijelijk te uiten. Helaas herkende wethouder Vreugdenhil zich niet in de zorgelijke polarisatie. Wel waardeerde ze dat Van de Weerd met enkele betrokkenen in gesprek was gegaan over al of niet verkeerd geplakte posters tegen de koopzondag.

CDA en ChristenUnie

De betogen van de andere christelijke partijen deden weldadig aan, althans wat betreft hun uiteindelijke standpunt: CDA en CU zijn tegen de koopzondag in Ede. Jaap Boot (CDA) vroeg zich af of de referendumuitslag om het CDA-uitgangspunt (de zondag is voor het gezin, niet om te winkelen) te herzien. ‘Wij proberen het niet principieel, maar pragmatisch te benaderen. Bij een andere uitslag hadden we een andere afweging gemaakt.’

De ChristenUnie stond er meer principieel in, hoewel Jos van Heuveln kwistig strooide met onderzoeken en uitslagen. Net als Van de Weerd bestreed hij het individualisme van ‘ik wil winkelen als ik dat wil.’ Dat er altijd een minderheid moet leven met een beleid wat ze niet wenst ‘hoort bij onze democratische rechtstaat.’

Breunis van de Weerd voelde beide christelijke fracties flink aan de tand over hun houding in de coalitie. ‘Waarom heeft u uw principes een jaar geleden niet verzilverd in het convenant?’

Seculiere partijen

De seculiere partijen namen hun uitgangspunt in zowel het referendum (Ede: open, buitendorpen: dicht) alsook economische argumenten. ‘Meegaan in de vaart der volkeren’, ‘ondernemers de kans geven’, ‘loskomen uit onze dogma’s’ – dergelijke schijnargumenten deden wonderen.

D’66, PvdA en GroenLinks wilden alleen een koopzondag in Ede. Gemeentebelangen, VVD en Burgerbelangen wilden koopzondagen in Ede en Bennekom. Breunis van de Weerd bestreed dat het zou gaan om voor- of achteruitgang. Het gaat om verschillende uitgangspunten!

En nu…?

Na afloop van dit debat is duidelijk dat de drie christelijke partijen tegen elke vorm van koopzondag zijn. De zes seculiere partijen zijn allen voor, waarbij wekelijks koopzondag in Ede centrum het meest genoemde scenario is. Bennekom is een twijfelgeval. Op 2 juli vergadert de raad om voorstellen in te dienen, waarover ze op 9 juli besluiten neemt.

Gezien de verhoudingen (19 christelijk, 20 seculier) hangen er donkere wolken boven Ede. Laat het ons des te meer aansporen om de zondagsrust te houden en vóór te leven. ‘Gedenkt den sabbatdag, dat gij dien heiligt!’